Zweden tijdens het voorjaar 2010

2-weekse rondreis met de auto door Zweden

Via een tussenstop in de Deense hoofdstad Kopenhagen rij ik vanuit Nederland in twee dagen naar de Zweedse plaats Malung in de provincie Dalarnas län. Ik verblijf enkele dagen rond deze plaats in afwachting op antwoord van de eigenaar of hij een vakantiehuisje het aan mij wil verkopen. Helaas gaat de koop niet door maar gaat mijn vakantie wel echt beginnen






Bij de plaats Kopperberg waar in het centrum een webcam hangt ligt natuurreservaat Älgmark - Malingsbo-Kloten. Het is een groot gebied waar je zowel zomers als ’s winters terecht kan om lange wandelingen in de bossen te maken. Ik spot er mijn eerste eland. Er staan 2 grote exemplaren aan de bosrand wanneer ik aan kom rijden. Voor het slapen gaan klim ik in een oude uitkijktoren waaruit vroeger wild is geschoten. Tijdens de stille avond dalen kraanvogels met luidruchtig geroep neer in het moeras




Glaskogen natuurreservaat blijkt veel mogelijkheden te hebben. Kano’s, fietsen of een vakantiehuisje huren is allemaal mogelijk op de camping in Lenungshammar. Ik verblijf op deze camping en vis in de meren. Ook ga ik aan de wandel met mijn rugzak om ’s avonds eenzaam in een shelter aan een meer te overnachten, te vissen en bij schemer een kampvuur maken totdat het meer er doodstil bij ligt.
Op de camping breng ik de avond door met 2 Duitsers die afgelopen winter ook in het gebied zijn geweest. Zij hebben toen wandelingen gemaakt door de besneeuwde bossen en over de bevroren meren. Geweldig lijkt mij dat!







Aan de grens met Noorwegen ligt Tresticklan Nationaal park. Vanuit het plaatsje Dals-Ed is het 20 min rijden tot de parkeerplaats van het park. Ik vul mijn rugzak met benodigde spullen voor de avond en neem ook voor de zekerheid de tent mee. Ik eet snel een maaltijd bij de auto zodat ik minder bagage hoef mee te dragen. Dan loop ik door het park tot aan de Noorse grens. De herberg Budalsvika blijkt helaas dicht te zijn. Ik kan voor de nacht gelukkig terecht in een schuurtje vlakbij waarvan de deur open is. Nu hoef ik de tent niet op te zetten. De kou houdt mij ’s nachts wakker, het is een graad of 6. Een klein riviertje vormt de grens tussen Zweden en Noorwegen. Dit grensriviertje was tijdens de 2e wereldoorlog een populaire plaats om te vluchten naar Noorwegen



Eindelijk, na een dag rijden door bos en land kom ik op het wel erg mooie eilandje Saltö terecht. Voor ik de tijd heb om te vissen zet er een wind op en begint het enorm te hagelen en onweren. Na de bui ziet de lucht er prachtig uit en is het tijd even de omgeving te verkennen




het Väner-meer met de stad Karstad aan zijn oever is het grootste meer van Zweden. In dit meer is het vrij vissen in tegenstelling tot vele kleine meren en rivieren waar wel een visvergunning vereist is




Heel mooi is wel Fegen natuurreservaat waar ik toevallig terecht kom tijdens mijn weg terug naar het zuiden. Het uitzicht ’s morgens is prachtig









Ik volg de borden naar Söderåsen Nationaal park tot ik ineens een parkeerterrein vol auto’s zie. Toch even wennen zoveel auto’s bij elkaar. Ik ben teug in de bewoonde wereld. Er komen veel mensen tijdens het weekend om met de kinderen te picknicken en wandelen. Söderåsen is mooi, er staan voornamelijk loofbomen en het park heeft veel uitkijkpunten. Het bladerdek reikt tot aan de horizon






Het Duits waddengebied is erg mooi. Deze waddenzee ligt in het verlengde van de Nederlandse waddenzee en loopt door tot aan Denemarken. Bij het Duitse waddeneiland Spiekeroog loop ik een stuk over het wad


       EINDE REIS

Terug naar Mijn Vakanties in Noorwegen en Zweden


Terug naar HOME